Stationeren
en bewaking van de voertuigen ADR 8.4 en 8.5 |
 |
|
 |
|
-
Voertuigen
die gevaarlijke goederen vervoeren in hoeveelheden aangegeven in de
bijzondere bepalingen S1 en S14 tem S21 van hoofstuk 8.5 voor een
bepaalde stof volgens de kolom "exploitatie" (kolom 19 van
tabel A of kolom 16 van lijst
gevaarlijke stoffen ) moeten bewaakt worden. Zonder toezicht mogen
zij enkel stationeren :
- op
een veilig fabrieksterrein of veilig depot
- een parkeerterrein,
bewaakt door een aangestelde, die ingelicht is over de aard van
de lading n de plaats waar de chauffeur zich bevindt
- een openbaar
of privaat parkeerterrein waar het voertuig vermoedelijk geen enkel
risico loopt om beschadigt te worden door andere voertuigen
- een geschikte
vrije ruimte, verwijderd van grote openbare wegen en bewoonde plaatsen,
die normaal geen dienst doet als doorgangs- of verzamelplaats voor
het publiek.
- De parkeerterreinen
hierboven opgesomd moeten gebruikt worden in de volgorde zoals aangegeven,
waarbij veilig fabrieksterrein of depot als "veiligste" aanzien
wordt.
|
|
|
|
|
|
BEWAKING
OF BEPERKINGEN INZAKE STATIONEREN: |
|
|
- Transporteenheden
die gevaarlijke stoffen vervoeren in hoeveelheden groter dan aangegeven
in onderstaande tabel zijn onderworpen aan beperkingen inzake het stationeren:

|
|
|
* Het
is niet nodig de voorschriften inzake de bewaking of het stationeren toe
te passen indien het beladen compartiment verghrendeld is of de vervoerde
colli op een andere wijze tegen illegaal afladen beschermd zijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
BEPERKINGEN INZAKE
STATIONEREN EN VERPLICHTE BEWAKING: |
|
|
- Transporteenheden
die gevaarlijke stoffen vervoeren in hoeveelheden groter dan aangegeven
in onderstaande tabel moeten stationeren op voornoemde plaatsen en moeten
bovendien altijd bewaakt worden:

|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|